Begroting 2021

Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Deze paragraaf geeft informatie over de mate waarin de gemeente in staat is financiële tegenvallers op te vangen.
In het ‘Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten’ is aangegeven dat het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle niet-kwantificeerbare risico's.

  • De (beschikbare) weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken of om niet voorziene daling van inkomsten te compenseren.
  • Niet gekwantificeerde risico's zijn gebeurtenissen waaraan geen bestuurskeuze ten grondslag ligt en waarvoor geen voorzieningen of bestemmingsreserves zijn gevormd. Deze kunnen van materiële betekenis zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie.

In deze paragraaf zijn opgenomen:

  • de vermogenspositie
  • de kengetallen van de financiële positie
  • de beschikbare weerstandscapaciteit
  • de risicoanalyse
  • de ratio weerstandsvermogen

Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad dat de begroting in continuïteit sluitend is. Een precies sluitende begroting zonder weerstandsvermogen betekent echter dat er geen ruimte is voor tegenvallers. Hierdoor kan de uitvoering van de programma’s in gevaar komen. Een financiële buffer is daarom noodzakelijk. Hoe groot die buffer moet zijn hangt af van het risicoprofiel van de gemeente. Factoren die hierbij een rol spelen (onder andere): sociale structuur, groeipotenties en interne bedrijfsvoering.

Vermogenspositie

Om een inzicht te geven in de vermogenspositie van de gemeente zijn hieronder de verwachte balans voor 2021 en de meerjarenraming 2022-2024 weergegeven.

Kengetallen financiële positie

 

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Netto schuldquote

-6,10%

9,30%

3,90%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

-15,20%

0,90%

-2,30%

Solvabiliteitsratio

79,10%

74,80%

76,80%

Structurele exploitatieruimte

1,00%

2,00%

0,40%

Grondexploitatie

55,00%

57,00%

37,60%

Belastingcapaciteit

92,60%

95,60%

95,10%

 

Toelichting gehanteerde kengetallen

  • Netto schuldquote (%):

biedt inzicht in het niveau van de schulden ten opzichte van de eigen middelen. Hoe lager het percentage is, hoe gunstiger de financiële positie.  Het percentage van 3,9% betekent dat er nagenoeg geen schuld is.

  • Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen (%):

wordt berekend overeenkomstig de netto schuldquote, vermeerderd met leningen aan openbare lichamen, woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen. Dit kengetal houdt ook rekening met de risico's die gelopen worden bij voornoemde partijen. Hoe lager het percentage is, hoe gunstiger de financiële positie . Het percentage van -2,3% betekent dat er, inclusief de correctie voor de verstrekte leningen per saldo nagenoeg geen schuld is.

  • Solvabiliteitsratio (%):

geeft inzicht in hoeverre we in staat zijn om aan de financiële verplichtingen op lange termijn te voldoen. Berekend is het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen. Hoe hoger het percentage, hoe beter  we in staat zijn om aan onze toekomstige financiële verplichtingen te voldoen. Anders gesteld: hoe hoger ons eigen vermogen is ten opzichte van het totale vermogen, hoe beter we in staat zijn om onze verplichtingen op de lange termijn na te komen. Met een solvabiliteitsratio van 76,8% zijn wij in de toekomst in staat om aan onze financiële verplichtingen te voldoen.

  • Structurele exploitatieruimte (%):

dit kengetal berekent de structurele baten minus lasten, gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves gedeeld door de totale baten gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves uitgedrukt in een percentage. Hoe hoger het percentage hoe meer ruimte er is voor structurele uitgaven. In financieel opzicht moet ernaar worden gestreefd om structurele lasten zoveel mogelijk af te dekken door structurele baten. Het percentage is > 0%. Dit betekent dat sprake is van een gezonde balans tussen de structurele uitgaven en de structurele baten.

  • Grondexploitatie (%):

geeft de verhouding weer tussen de waarde van gronden ten opzichte van de totale baten exclusief mutaties in de reserves. Investeringen in grondexploitaties worden verwerkt in de waarde van de gronden en verhogen onze risico's (en verhogen de waarde van het kengetal). Gerealiseerde verkoopopbrengsten verlagen de waarde van de gronden (en verlagen de waarde van het kengetal). Best heeft op dit moment relatief veel bouwgronden in exploitatie.

  • Belastingcapaciteit (%):

vergelijkt de lokale lastendruk van een meerpersoonshuishouden in Best met gemiddelde WOZ-waarde voor OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing met de gemiddelde landelijke lastendruk voor een meerpersoons huishouden met gemiddelde WOZ-waarde voor ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Een percentage van 99,1% betekent dat de lokale lastendruk iets lager is dan de landelijk gemiddelde lastendruk.

De berekende kengetallen zijn op basis van normen van het Rijk in te delen in 3 categorieën:

  • categorie A: minst risicovol
  • categorie B: gemiddeld risicovol
  • categorie C: meest risicovol

·

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente is als volgt opgebouwd:

  • onbenutte belastingcapaciteit onroerende-zaakbelastingen (OZB)
  • budget voor het doen van onvoorziene uitgaven
  • vrije algemene reserve
  • stille reserves: het verschil tussen de actuele liquidatiewaarde en de boekwaarde van activa (gemeentelijke eigendommen).

In de onderstaande tabel is de beschikbare weerstandscapaciteit weergegeven:

Categorie A

Categorie B

Categorie C

Kengetal begroting 2021

Kwalificatie Best

Netto schuldquote                       

< 90%

tussen 90% en 130%

> 130%

3,90%

A

Netto schuldquote gecorrigeerd 

< 90%

tussen 90% en 130%

> 130%

-2,30%

A

Solvabiliteitsratio

> 50%

tussen 20% en 50%

< 20%

76,80%

A

Structurele exploitatieruimte

> 0%

0%

< 0%

0,40%

A

Grondexploitatie

< 20%

tussen 20% en 35%

> 35%

37,60%

C

Belastingcapaciteit

< 95%

tussen 95% en 105%

> 105%

95,10%

B

Kengetallen financiële positie meerjarenraming 2022-2024

Meerjarenraming
2022

Meerjarenraming
2023

Meerjarenraming
2024

Netto schuldquote

-8,20%

-16,10%

-24,40%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

-12,00%

-19,50%

-27,50%

Solvabiliteitsratio

78,90%

78,50%

78,30%

Structurele exploitatieruimte

0,60%

0,30%

0,40%

Grondexploitatie*

25,40%

17,70%

12,20%

Belastingcapaciteit

94,60%

94,20%

94,00%

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente is als volgt opgebouwd:

  • onbenutte belastingcapaciteit onroerende-zaakbelastingen (OZB)
  • budget voor het doen van onvoorziene uitgaven
  • vrije algemene reserve
  • stille reserves: het verschil tussen de actuele liquidatiewaarde en de boekwaarde van activa (gemeentelijke eigendommen).

In de onderstaande tabel is de beschikbare weerstandscapaciteit weergegeven:

Weerstandscapaciteit

Bedrag x € 1.000

Jaarlijkse exploitatie :

Onbenutte belastingcapaciteit OZB 

3.489

Stelpost voor onvoorziene uitgaven

49

Totaal weerstandscapaciteit in de jaarlijkse exploitatie

3.538

Vermogenssfeer per 1 januari 2021:

Vrije algemene reserve

18.618

Stille reserves

1.917

Totaal weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer 

20.535

Voor het afdekken van risico's gebruiken wij alleen de weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer. De ontwikkeling van deze capaciteit staat in grafiek 2.

Toelichting

Onbenutte belastingcapaciteit onroerende-zaakbelastingen (OZB)
Voor de OZB wordt door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de zogenaamde artikel 12-norm gehanteerd. Dit is het OZB-tarief dat een gemeente minimaal moet hanteren om in aanmerking te komen voor een artikel 12-uitkering. In de meicirculaire 2020 wordt hiervoor een normpercentage van 0,1809% van de WOZ-waarde aangegeven. De onbenutte belastingcapaciteit OZB betreft het verschil tussen het in de gemeente geldende tarief en het normtarief voor artikel 12-gemeenten.

Onvoorzien
Het budget voor onvoorziene uitgaven wordt jaarlijks geïndexeerd en is in 2021 € 50.146. In de Financiële verordening 2020 zijn de volgende voorwaarden verbonden aan het doen van uitgaven ten laste van dit budget: het budget voor onvoorziene uitgaven moet ruimte bieden voor de uitgave, de uitgave moet incidenteel zijn, de uitgave moet niet voorzien zijn en de uitgave moet op grond van de wet, een overeenkomst of een ander zwaarwegend belang onontkoombaar zijn.

Vrije algemene reserve
De vrije algemene reserve is een reserve waarvoor de gemeenteraad nog geen besteding heeft vastgelegd. Voor de berekening in deze paragraaf wordt de stand van deze reserve volgens deze begroting per 1 januari 2021 gehanteerd. Het saldo van de vrije algemene reserve wordt per 1 januari 2021 geraamd op € 18.618.000.

Stille reserves
Er is sprake van een stille reserve wanneer de actuele liquidatiewaarde van een gemeentelijk eigendom hoger is dan de boekwaarde. Het gaat hierbij om alle gemeentelijke eigendommen die niet voor de openbare dienst bestemd zijn.
Voorbeelden hiervan zijn:

  • landbouwgronden, die (nog) niet in bouwgrondexploitaties zijn opgenomen
  • gebouwen, waaronder woningen

FINANCIELE RISICOANALYSE

Ambities kunnen niet gerealiseerd worden zonder risico’s te nemen. Het is belangrijk dat de gemeenteraad de financiële risico’s kent en hierop stuurt. Per 1 oktober 2020 is een nieuwe risicoanalyse uitgevoerd. Hieronder vindt u de resultaten.

In hoeverre kan onze organisatie financiële tegenvallers opvangen?
Uit de risicoanalyse blijkt dat onze organisatie uitstekend in staat is om niet begrote financiële tegenvallers op te vangen.

Of we financiële tegenvallers kunnen opvangen hangt af van twee factoren:

  • de risico’s die de gemeente loopt,
  • de middelen die de gemeente vrij kan maken om risico’s op te vangen

Hieronder lichten we deze twee factoren toe.

Welke financiële risico’s loopt onze gemeente?*
Hieronder staan de belangrijkste financiële risicogebieden benoemd:

  • Grondexploitaties
  • Sociaal domein
  • Juridische geschillen
  • Vastgoed
  • Verstrekte en gewaarborgde geldleningen
  • Werkloosheidsuitkeringen, wachtgeldverplichtingen personeel
  • COVID-19 effect op belastingen, leges en kermis inkomsten
  • Milieu
  • Uitkering gemeentefonds
  • Overtreding wet en regelgeving
  • Gemeenschappelijke regelingen

* Hierboven is het COVID-19 effect op belastingen, leges en kermisinkomsten genoemd. Uiteraard lopen we meer financiële risico's vanwege COVID-19. Deze risico's zijn begrepen in de hierboven genoemde risico's. Verwezen wordt ook naar raadsinformatiebrief PU20-04304, met daarin informatie over de gevolgen van COVID-19.

Welke financiële risico’s zijn veranderd?

Hieronder vindt u de wijzigingen in de risico's per 1 oktober 2020 ten opzichte van de laatste analyse per 1 oktober 2019 .

Risicogebieden

Sociaal domein
Inwoners kunnen bij ons terecht voor:

  • uitkeringen;
  • zorgvoorzieningen voor jeugdigen;
  • voorzieningen en ondersteuning zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen of meer mogelijkheden hebben om aan het sociale leven mee te doen.

We hebben voor het sociaal domein € 1.081.000 nodig als buffer om risico’s op te vangen. Rekening houdend met eerdere besluitvorming van uw raad heeft deze reserve op dit moment een hoogte van € 328.000. Dit houdt in dat we onvoldoende hebben gereserveerd om alle gecalculeerde risico’s in het sociaal domein op te vangen. Voor het verschil van € 753.000 gebruiken we de vrije algemene reserve als buffer.

Vastgoed
Op het gebied van Vastgoed lopen we verschillende risico’s zoals bijvoorbeeld leegstand en waardevermindering. Het totale risicobedrag voor vastgoed is € 3.700.000 met een gewogen risicokans van 32%. Bij de vorige risicoanalyse was dit € 3.000.000 resp. 29%. Dit verschil wordt veroorzaakt door een hogere risico inschatting als gevolg van versnelde technische en functionele veroudering en door een bijstelling van het risico op waardevermindering van vastgoed.

COVID-19 effect op belastingen, leges en kermis inkomsten
De kans dat de gemeente belastingen, leges en kermis inkomsten mist als gevolg van COVID-19 is in 2021 aanwezig. Afhankelijk van de duur en de omvang kan de gevolgschade variëren. Deze is nu ingeschat op € 716.000 met een risicokans van 23%.

Uitkering gemeentefonds.
Het risico bestaat dat we de geplande woningbouw versnelling niet halen. Hierdoor lopen we bouwleges mis en wordt de algemene uitkering minder hoog dan verwacht. Het totale risicobedrag is € 150.000 (was € 100.000) met een gewogen risicokans van 30% (was 30%)

Milieu
Milieu heeft een totaal risicobedrag van € 325.000 met een gewogen risicokans van 32%. Bij de vorige analyse was dit nog € 390.000 resp. 38%. De wijziging komt doordat de risico’s met betrekking tot afvalscheiding en sanering als gevolg van drugsdumpingen zijn vervallen. De saneringskosten van afval afkomstig van drugsproductie worden nu regionaal bekostigd (via regeling calamiteuze stoffen) en voor afvalscheiding is € 300.000 gereserveerd (via egalisatiereserve afval).

Gemeenschappelijke regelingen
Ontwikkelingen binnen de gemeenschappelijke regelingen hebben geleid tot een nieuwe inschatting. Het risicobedrag wordt nu ingeschat op € 350.000 (was € 390.000) met een risicokans van 10% (was 14%).

Grondexploitaties
Geen verschil ten opzichte van de laatste analyse op 1 april 2020. We zullen in het vervolg aansluiten op de werkwijze zoals gehanteerd bij alle actualisaties (zoals van de MPG) op het gebied van de grondexploitaties. Dit betekent dat de risico’s op het gebied van de grondexploitaties 1x per jaar geactualiseerd worden ten tijde van de jaarrekening (i.p.v. 2x per jaar zoals voorheen).

De overige risicogebieden zijn niet gewijzigd.

Wat is de nieuwe risico inschatting?

De grootste financiële risico’s zitten in het sociaal domein, de grondexploitaties en de gevolgen van COVID-19. We hebben voor de grondexploitaties voldoende gereserveerd als buffer om onvoorziene risico’s op te vangen. Daarom staat dit risicogebied niet in onderstaande tabel. Voor het sociaal domein hebben we op dit moment onvoldoende gereserveerd om alle gecalculeerde risico’s op te vangen. Daarom gebruiken we de vrije algemene reserve als buffer om het restrisico  op te vangen.

Ook voor de overige risicogebieden gebruiken we de vrije algemene reserve als buffer. Financiële risico’s die ontstaan door COVID-19 zijn verwerkt in onderstaande risico inschatting. Het risicogebied COVID-19 in relatie tot belastingen, leges en kermispachten is apart benoemd in onderstaande tabel omdat het risicogebied belastingen/leges/kermis voorheen niet behoorde tot de top 10 aan risico's. Financiële risico's vanwege COVID-19 zijn verder begrepen in de genoemde onderwerpen. Het gaat om een geschat totaal risico als gevolg van COVID-19 van circa € 600.000 in 2021.  


Met bovenstaande risicoschatting hebben we € 4.540.000 nodig om financiële tegenvallers op te vangen. We hebben € 20.535.000 beschikbaar. Onze organisatie is dus prima in staat om niet begrote financiële tegenvallers op te vangen. Ten opzichte van de vorige risicoanalyse (€ 3.997.000) hebben we nu meer geld nodig om tegenvallers op te vangen. Dit komt vooral doordat het risicobedrag en/of de risicokans op een aantal risicogebieden is gestegen. (O.a. door toevoeging van het risicogebied Corona effect op belastingen, leges en kermis inkomsten, onvoldoende omvang van de risicoreserve Sociaal domein en een stijging van het risico bij vastgoed) Hieronder staat bovenstaande informatie in cijfers en grafieken weergegeven.

Welke middelen zijn beschikbaar?

Tabel 2: Beschikbare weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer per 01-1-2021

Weerstand

Huidige capaciteit

Vrije algemene reserve

€ 18.618.000

Stille reserves

€ 1.917.000

Totale weerstandscapaciteit

€ 20.535.000

Ratio weerstandsvermogen =

 beschikbare weerstandscapaciteit

€ 20.535.000

 = 4,52%

  benodigde weerstandscapaciteit

€ 4.540.000

Grafiek 1 Ratio weerstandsvermogen

Grafiek 2 geeft een weergave van de ontwikkeling van de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit sinds 2015.

Tabel 3: Weerstandsnorm

Waarderingscijfer

Ratio

Betekenis

A

>2.0

uitstekend

B

1.4-2.0

ruim voldoende

C

1.0-1.4

voldoende

D

0.8-1.0

matig

E

0.6-0.8

onvoldoende

F

<0.6

ruim onvoldoende

Het ratio van onze gemeente valt in klasse A. Dit duidt op een uitstekend weerstandsvermogen.

 

Deze pagina is gebouwd op 11/10/2020 14:29:58 met de export van 11/10/2020 14:17:40