Financiën
Wat mag het kosten?
Baten, lasten en mutaties reserves
bedragen x € 1.000 | |||||||
10.1 - Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling | Realisatie 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | 11.069 | 17.435 | 15.406 | 17.309 | 16.406 | 15.037 | |
Baten | 7.634 | 15.859 | 13.599 | 16.388 | 15.580 | 14.190 | |
Saldo baten en lasten | 3.435 | 1.576 | 1.807 | 921 | 826 | 847 | |
Stortingen in de reserves | 32 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen uit de reserves | 2.473 | 245 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Resultaat | 994 | 1.331 | 1.807 | 921 | 826 | 847 |
Welke verschillen zijn er ten opzichte van voorgaand jaar?
In het resultaatgebied 10.1 Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling met betrekking tot de grondexploitatie zijn de lasten € 2.002.000 lager.
De verschillen worden op hoofdlijnen beschreven en niet per complex.
De belangrijkste verschillen m.b.t. de grondexploitatie zijn:
- Hogere toerekening gemeentelijke personeels- en apparaatskosten (€ 173.000 nadelig)
- Lagere lasten verwerving grond (€ 248.000 voordelig)
- Hogere lasten in verband met inhuur voor voorbereiding en toezicht op de uitvoering (€ 79.000 nadelig)
- Lagere lasten bouw- en woonrijp maken (€ 1.932.000 voordelig)
- Lagere lasten planontwikkeling (€ 694.000 voordelig)
- Hogere afdrachten (€ 47.000 nadelig)
- Hogere overboeking naar de balans in verband met de diverse mutaties (€ 573.000 nadelig)
In het resultaatgebied 10.1 Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling met betrekking tot de grondexploitatie zijn de baten € 2.410.000 lager.
De verschillen worden op hoofdlijnen beschreven en niet per complex.
De belangrijkste verschillen m.b.t. de grondexploitatie zijn:
- Hogere opbrengsten grondverkopen (€ 5.763.000 voordelig)
- Lagere bijdrage derden (€ 566.000 nadelig)
- Lagere overige afdrachten (€ 73.000 nadelig)
- Lagere overboeking naar de balans in verband met de diverse mutaties (€ 7.535.000 nadelig)
In het resultaatgebied 10.1 Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling (exclusief grondexploitatie) zijn de lasten € 27.000 lager.
De belangrijkste verschillen:
- Lagere lasten landschapsinvesteringsregeling (€ 359.000 voordelig) omdat in 2020 dit bedrag is overgeheveld vanuit 2019
- Lagere lasten reconstructie buitengebied (€ 106.000 voordelig)
- Lagere lasten voor opstellen omgevingsvisie/-plan (€ 99.000 voordelig) omdat hiervoor in 2020 een incidenteel budget is opgenomen
- Hogere lasten implementatie omgevingswet (€ 357.000 nadelig) . Dit komt doordat de wet op 1 januari 2022 in werking treedt en hiervoor in 2021 budget is opgenomen voor de implementatie hiervan.
- Hogere lasten visie volkshuisvesting (€ 385.000 nadelig). Dit betreft de woningbouwversnelling.
- Lagere doorbelaste personeelskosten (€ 217.000 voordelig) . Dit betreft een verschuiving tussen de verschillende programma's. De totale loonkosten zijn toegelicht in de paragraaf 'Bedrijfsvoering'.
In het resultaatgebied 10.1 Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling (exclusief grondexploitatie) zijn de baten € 150.000 hoger.
Het belangrijkste verschil:
- Hogere baten landschapsfonds (€ 156.000 voordelig)
Vanaf het begrotingsjaar 2021 zijn alle mutaties in de reserves in het taakveld 'Mutaties reserves' opgenomen en verwerkt in het programma 'algemene dekkingsmiddelen'. Daardoor is een vergelijking met 2020 per programma niet mogelijk. In de bijlage Overzicht reserves en voorzieningen is per reserve/voorziening te herleiden welk bedrag onttrokken/toegevoegd wordt.